Paleis der Natie – Achter de geldpomp (De Tijd, 21 oktober 2023)

In De Tijd van afgelopen weekend besteedde Rik Van Cauwelaert een zeer lezenswaardig artikel aan de kwaliteitsverschillen tussen Vlaanderen en Franstalig België in ons gezondheidssysteem. Deze analyse is gebaseerd op de inzichten van dr. Karel Vermeyen, lid van het AK-VSZ.

Met deze bronvermelding publiceren we dit artikel hier graag.

Achter de geldpomp

Elke Belg heeft recht op gelijke toegang tot de best mogelijke gezondheidszorg. Helaas blijft de kwaliteit van de behandelingen in Wallonië en Brussel vaak achterop bij de zorg in Vlaanderen.

Het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering – in de wandeling het RIZIV – is een indrukwekkende geldpomp die onder overheidstoezicht staat, maar in werkelijkheid wordt gestuurd door de sociale partners. Het missionstatement van het RIZIV stelt dat ‘iedere verzekerde ongeacht zijn situatie effectief toegang heeft tot en vergoed wordt voor de nodige kwalitatieve geneeskundige zorgen, die doeltreffend en in overeenstemming met de tariefafspraken (tariefzekerheid) verleend worden’.

Het totaalbudget van het RIZIV bedroeg in 2020 ongeveer 50,5 miljard euro. Ongeveer, want het RIZIV moet zijn rekeningen voor 2017, 2018, 2019 en 2020 nog voltooien. Dat bleek uit het antwoord op een vraag die N-VA-Kamerlid Kathleen Depoorter in december 2022 stelde. Het RIZIV antwoordde dat het laattijdig overmaken van de afgesloten jaarrekeningen niet betekent dat er geen controle of monitoring plaatsvindt. Toch lijkt die controle niet te volstaan, want er werd een actieplan beloofd om de afsluiting van de rekeningen te versnellen.

Helaas werd van de tewaterlating van dat actieplan nog weinig vernomen, omdat de democratische controle van de Kamer op de miljardenstroom van het RIZIV nagenoeg onbestaande is. Wie geld krijgt en op welke basis is voor de buitenwacht niet altijd duidelijk. Nochtans is die transparantie nodig, omdat het gezondheidszorgbudget door tal van factoren onder druk komt. De vergrijzing is er een van, de evolutie van de medische technologie en de prijs van de nieuwste (dure) geneesmiddelen zijn andere factoren. Tegelijk vormt de lagere werkzaamheidsgraad bezuiden de taalgrens een bedreiging voor de financiering van het zorgsysteem.

Voorlopig zijn de meeste Belgen zeer tevreden over hun prijzige gezondheidszorgsysteem. De levensverwachting bij de geboorte staat in België op 81,9 jaar, zowat het Europese gemiddelde. Maar die levensverwachting ligt gevoelig hoger in Vlaanderen (82,8 jaar) dan in Wallonië (79,9 jaar).

Dat laatste is een belangrijke vaststelling. Dat zegt dokter Karel Vermeyen, gewezen anesthesist en doorgewinterd ziekenhuisbeheerder, die ooit als onafhankelijk adviseur zowel werkte met de VLD’ers Guy Verhofstadt en Patrick Dewael als met de PS’er Rudy Demotte.

In een uiteenzetting tijdens het recente symposium van het Vlaams Artsenverbond legde hij de vinger op een probleem dat vaak onder de mat wordt geveegd: de performantieverschillen, om niet te zeggen kwaliteitsverschillen in de gezondheidszorg tussen Wallonië, Brussel en Vlaanderen. Volgens Vermeyen staan die verschillen de uitbouw van de gezondheidszorg binnen een solidair systeem in de weg. Het gefragmenteerde beleid, met vooral aan Franstalige kant een groot aantal ministers dat bevoegd is voor het gezondheidsbeleid, is maar een van de oorzaken.

Zware apparatuur

Het aantal verantwoorde ziekenhuisbedden in Vlaanderen en Wallonië is gelijk. In het Hoofdstedelijk Gewest Brussel bestaat een grotere concentratie van grote ziekenhuizen, waardoor het aantal verantwoorde bedden hoger is dan in andere delen van het land, als gevolg ook van de ‘import van zwaardere pathologie’ vanuit de rand en elders in het land. Toch blijkt dat voor de zware medische apparatuur, zoals radiotherapietoestelllen, Wallonië relatief beter is besteld.

Het Hoofdstedelijk Gewest heeft zelfs meer dan dubbel zoveel toestellen per 100.000 inwoners goedgekeurd dan Vlaanderen. Dat kan omdat het federale niveau de algemene regelgeving rond programmatie en erkenning bepaalt maar de feitelijke erkenningen en de opvolging van de voorwaarden overlaat aan de gewesten. Zo beschikt Wallonië over meer dan twee keer zoveel erkende hartcentra B2 dan Vlaanderen en 37 procent meer hartchirurgiediensten (B3). In Brussel is het eenvoudig: alle hartcentra hebben er op een na de hoogste B3-erkenning.

Wallonië en Brussel tonen zich niet al te strak in de controle op de verplichte normen omdat daar bijna de helft van de ziekenhuizen met de overheid of met de ziekenfondsen gelieerd is.

Het blijkt niet mogelijk te controleren of de verplichte minimumnormen in al die centra werden gehaald en geverifieerd. Wel duidelijk is dat al die zware medische apparatuur zich niet vertaalt in efficiëntiewinst.

Wallonië en Brussel tonen zich niet al te strak in de controle op de verplichte normen omdat daar bijna de helft van de ziekenhuizen met de overheid of met de ziekenfondsen gelieerd is. In Vlaanderen is dat beduidend minder het geval.

Hier mag gerust van verdoken ziekenhuisfinanciering worden gesproken. Dat blijkt ook uit de vaststelling dat de overgrote meerderheid van de ziekenhuizen die tot 300 procent supplementen aanrekenen in Brussel en Wallonië zijn gevestigd.

Maar er zijn ook regionale praktijkverschillen. In de Europese vergelijkingen scoren Wallonië en Brussel veeleer zwak – zwakker dan Vlaanderen, dat op een beter uitgebouwde preventieve gezondheidszorg kan bogen. Zo is de respons op kankerscreeningsprogramma’s en vaccinatieprogramma’s, zoals momenteel de boostervaccinaties tegen Covid-19, gevoelig groter in Vlaanderen dan in het Franstalige landsgedeelte.

Het probleem is duidelijk te zien op de kaart van België met de jongste cijfers van vroegtijdige overlijdens als gevolg van overmatig alcoholgebruik bij mannen. De dieprode cijfers, die het gevolg zijn van onvoldoende preventie, kleuren uitsluitend Brussel en Wallonië. Een gelijkaardige vaststelling geldt voor de cijfers van vroegtijdige diabetesgerelateerde mortaliteit.

Afbrokkelende solidariteit

In de officiële tabellen met de vermijdbare sterfte door een preventief gezondheidszorgbeleid staat Vlaanderen zowel bij de mannen als bij de vrouwen tussen de Europese koplopers. Brussel en Wallonië bengelen telkens achteraan, waardoor ook België onder aan de lijst blijft.

De verschillen tussen noord en zuid doen zich ook op andere vlakken voor. Daarbij reikte Vermeyen twee opvallende constateringen aan. In Brussel en Wallonië is de kans om binnen 30 dagen te overlijden na een hartinfarct of na een ischemische beroerte 15 procent groter dan in Vlaanderen.

Ook de veiligheid van de zorg in Wallonië en Brussel geeft te denken. MRSA-besmettingen – het gaat om de gevreesde ziekenhuisbacterie – komen in Wallonië twee keer zoveel voor als in Vlaanderen. Dat geldt ook voor het percentage ernstige doorligwonden bij gehospitaliseerde patiënten: het is bijna twee keer zo hoog in Wallonië.

Voor kankerpatiënten wordt in Vlaanderen gevoelig meer ingezet op palliatieve zorg. Terwijl in Wallonië bij een groter deel van de kankerpatiënten wordt doorgegaan met chemotherapie tot kort voor het overlijden. Die therapeutische hardnekkigheid is in de meeste gevallen zinloos, maar wel duur.

Solidariteit kan alleen in stand blijven als er een maatschappelijk draagvlak voor bestaat. Maar dat draagvlak dreigt af te brokkelen door de efficiëntie- en kwaliteitsverschillen tussen noord en zuid en door het gemis aan transparantie van de RIZIV-rekeningen. Daarom stelt Vermeyen voor de reële bijdragen aan de sociale zekerheid toe te wijzen aan de gemeenschappen, aangevuld met onderhandelde solidariteit. Wat erop neerkomt dat niet-transparante transfers worden vervangen door een aangepast solidariteitsmechanisme waarmee de minder performante regio’s geactiveerd kunnen worden.

Twee jaar geleden publiceerde John Crombez, voormalig voorzitter van de Vlaamse socialisten en nu projectleider aan de UGent, samen met Rob De Staelen een opgemerkte studie met de conclusie dat in de gezondheidszorg tot 2,9 miljard euro kan worden bespaard door een betere efficiëntie en slagkracht. Het vergt een zevende staatshervorming en veel politieke wil om een besparing van die omvang door te voeren.

Bron: https://www.tijd.be/opinie/paleis/paleis-der-natie-achter-de-geldpomp/10500673.html