Niet alleen de zieken maar vooral België is langdurig ziek

Brussel, 18 oktober 2025 – België heeft niet alleen een probleem met langdurig zieken, het land zelf is langdurig ziek.

Tot die conclusie komen een honderdtal artsen, beleidsmakers en zorgverstrekkers tijdens een symposium opgezet door het Vlaams Artsenverbond (VAV) en het Aktiekomitee Vlaamse Sociale Zekerheid (AK-VSZ).

Volgens arbeidsmarktexpert Jan Denys is het zorgwekkend dat de stijging van het aantal inactieven door ziekte of invaliditeit de laatste 15 jaar een pak hoger ligt dan in de rest van Europa. Denys heeft er geen enkele objectieve verklaring voor. “Uit een eenvoudige benchmark met andere EU-landen blijkt dat het vooral het Belgisch gezondheidssysteem ziek is. Er is niet gecontroleerd, niet geactiveerd en niet geresponsabiliseerd. Op al die vlakken heeft het Belgisch systeem gefaald. Zeker in Brussel en Wallonië is er amper ingegrepen. De ontsporing daar is een pak groter dan in Vlaanderen. Het is dus logisch dat er nu op dat vlak ingegrepen wordt.”

Wie een diploma haalde, kreeg sowieso een RIZIV-nummer. Geen minister die dit na zes jaar studie nog durfde weigeren. Het gevolg? In 2022 berekende de federale planningscommissie dat de 17 voorafgaande jaren proportioneel 2.233 Franstalige artsen te veel en 98 Vlaamse artsen te weinig werden opgeleid.

Hoogleraar arbeidsgeneeskunde aan de KULeuven en CEO IDEWE Lode Godderis ziet inderdaad de kwalijke gevolgen van langdurig ziekteverzuim. “Ziektebriefjes hebben tot doel mensen te beschermen. Maar het systeem heeft net zoals medicijnen zijn eigen bijwerkingen gekregen. Eén van die neveneffecten is dat mensen nog moeilijk opnieuw aan het werk gaan. We moeten werk gaan zien als een deel van het herstelproces en niet als eindpunt. Vroegtijdige begeleiding, open dialoog tussen werkgever en werknemer en een netwerk van zorg- en werkactoren die samenwerken in plaats van elkaar op te volgen.”

Dr. Bart Garmyn, medisch-directeur Securex, ziet ook dat de situatie in België erger is dan in de andere Europese landen. Net zoals Jan Denys pleit hij voor een grondige hervorming. “Het probleem beperken tot de zieke zelf, is fout”, volgens Garmyn. “Ons systeem van preventie, begeleiding en re-integratie zit structureel fout. De arbeidsgeneeskunde moet gemoderniseerd worden met meer aandacht voor vroegdetectie.” Volgens Garmyn moeten ook werkgevers aangezet worden om actiever te zijn bij re-integratie. “Nederland is strikter op dat vlak en de financiële verantwoordelijkheid die ze werkgevers daar opleggen, werkt stimulerend.” Garmyn kijkt ook met belangstelling uit naar het ‘re-integratie 3.0’-project uit van minister Frank Vandenbroucke. “Daarin is sprake van een snellere opvolging, meer verantwoordelijkheid voor werkgevers en betere uitwisseling van informatie tussen artsen. Ziekenfondsen en patiënten zullen ook aangespoord worden om die re-integratie te versterken. Feit is dat re-integratie alleen maar kan lukken als mensen geloven in hun eigen kunnen en zich gesteund voelen.”

Dr. Heidi Reynders van de Landsbond van Neutrale Ziekenfondsen, ziet in digitalisering alleszins veel mogelijkheden. “Het TRIO-platform dat in februari 2025 werd gelanceerd kan een ondersteuning zijn voor de informatie-uitwisseling tussen zorg- en werkgerelateerde actoren. Huisarts, arbeidsarts en adviserend arts zullen via dit digitaal platform kunnen werken aan re-integratie van de patiënt.” Ook de ‘fitnote’ dat omschrijft wat de zieke wel kan ter vervanging van het klassieke ziekenbriefje, is volgens dr. Reynders een belangrijke wijziging die er zit aan te komen. “Arbeidsongeschiktheidsattesten zullen vanaf 2026 ook maar maximaal drie maanden geldig zijn. Werkgevers zullen ook geresponsabiliseerd worden via een solidariteits-bijdrage van 30% tijdens de tweede en derde maand van arbeidsongeschiktheid. En er zitten nog hervormingen aan te komen. Ook voor ziekenfondsen die financieel verantwoordelijk gesteld worden voor de mate waarin zij bijdragen aan succesvolle re-integratie.”

Dat er jaarlijks meer dan 11 miljard nodig is voor het uitbetalen van vervangings-inkomens voor langdurig zieken, is volgens de organisatoren van het symposium te gek voor woorden. “Dit systeem is op termijn onbetaalbaar. Vandaag zijn er ruim 520.000 personen langdurig ziek en volgens het Planbureau kan dat – bij ongewijzigd beleid – oplopen tot 600.000 in 2035. Meer dan 7,5% van de actieve bevolking is inactief door ziekte. In Wallonië is dat zelfs 8,8% terwijl dat in Vlaanderen 6,97% is.”

Die regionale verschillen leggen volgens dr. Jan Van Meirhaeghe en Karel Vermeyen ook een ander probleem bloot, nl. een verschuiving van het statuut tussen werkloosheid, ziekte- en invaliditeit en leefloon. Brussel bijvoorbeeld heeft het laagste aantal langdurig zieken, maar in verhouding wel het hoogste aantal werklozen of leefloongerechtigden. De OESO ziet daar een nakend gevaar in, nl. de fluïde grens om mensen van de ene naar de andere categorie door te schuiven waarbij het basisprobleem niet opgelost geraakt. Feit is dat alleen verantwoordelijkheidszin van alle actoren, patiënten, artsen, werkgevers, ziekenfondsen, arbeidsbemiddelingsbureaus en deelstaten, kan helpen het probleem op te lossen. Het doel moet zijn om ervoor te zorgen dat mensen niet langer uitvallen, dat ze snel gereïntegreerd worden en dat er geen overloopfenomeen optreedt.

Want anders is het dweilen met de kraan open. En net op dat gebied is ook de taalgrens weer een zorggrens.